Wereld Zwerfdierendag: wie zorgt er voor dieren zonder thuis?
Op 4 april is het Wereld Zwerfdierendag. Een dag waarop wereldwijd wordt stilgestaan bij het lot van dieren zonder eigenaar, zonder dak boven hun hoofd – zonder iemand die voor ze zorgt. Wat veel mensen niet weten: deze dag is in 2010 in Nederland in het leven geroepen, en wordt inmiddels in meer dan 80 landen erkend.
In Nederland hebben we niet van die grote roedels zwerfhonden zoals in sommige andere landen, maar dat betekent niet dat het probleem hier niet aanwezig is. Integendeel: dagelijks worden er in Nederlandse gemeenten dieren gevonden die hulp nodig hebben. Het gaat vaak om katten die op straat zwerven, konijnen die rondhuppen in een parkje, tamme vogels die uit een kooi zijn ontsnapt, of schildpadden die in een sloot zijn achtergelaten. Soms zijn deze dieren per ongeluk ontsnapt, maar regelmatig worden ze ook bewust gedumpt – bijvoorbeeld bij een bosrand, in een kartonnen doos naast een prullenbak of gewoon op straat. Wat al deze dieren gemeen hebben: ze zijn op zichzelf aangewezen, ze kunnen niet voor zichzelf zorgen en zijn dus extra kwetsbaar.
En dan is het de vraag: wie zorgt er voor hen? Deze dieren hebben hulp nodig. En die hulp begint bij: de gemeente.
Wie is er verantwoordelijk voor een zwerfdier?
Veel mensen denken dat de dierenambulance of het asiel verantwoordelijk is voor zwerfdieren. Maar juridisch gezien is dat niet waar. De verantwoordelijkheid voor gevonden huisdieren ligt bij de gemeente. En meer nog: de burgemeester is, volgens de wet, formeel de houder van elk zwerfdier in de gemeente – vanaf het moment dat het dier wordt gevonden tot aan het moment dat het naar een eigenaar terugkeert of wordt herplaatst.
Die verantwoordelijkheid is geen vrijblijvende. Op grond van het Burgerlijk Wetboek en de Wet dieren moet de gemeente gedurende 14 dagen zorgen voor opvang, verzorging en bescherming van gevonden (huis)dieren. In de praktijk doet de gemeente dat natuurlijk niet zelf, maar via samenwerkingen met dierenambulances, asielen en wildopvangcentra.
Wie doet wat?
Een zwerfdier – laten we zeggen een kat die is achtergelaten in een plantsoen – komt meestal via een melding bij de dierenambulance terecht. Zij halen het dier op, checken of het gechipt is, en brengen het naar het dierenasiel. Als de eigenaar zich niet meldt binnen 14 dagen, wordt het dier eigendom van het asiel en kan herplaatsing beginnen.
Bij gewonde of verzwakte wilde dieren verloopt het iets anders. Die worden – vaak ook door de dierenambulance – naar een wildopvangcentrum gebracht, waar gespecialiseerde zorg wordt geboden. Denk aan egels, eenden, vossen of reeën. Deze opvang valt formeel onder de verantwoordelijkheid van de provincie, maar in de praktijk is er vaak ook een rol voor de gemeente, bijvoorbeeld in het vervoer of de eerste opvang.
Interview met Lotte van het asiel
We spreken met Lotte, al jaren actief in een dierenopvang:
“Zwerfdieren zijn geen incidenteel probleem. Elke dag komen er meldingen binnen. Vooral katten – vaak niet gechipt, soms ziek, soms drachtig. We verzorgen ze, laten ze medisch behandelen, en proberen ze terug te herplaatsen. Maar dat kost geld, tijd en ruimte. Als asiel zijn we afhankelijk van goede afspraken met de gemeente. En helaas: die zijn er niet altijd. Soms is er geen contract, of alleen een kleine subsidie, terwijl wij wettelijk werk uit handen nemen. Wat wij nodig hebben? Dat de gemeente haar taak serieus neemt. Dat er structurele financiering is, en dat we samenwerken in plaats van ieder op ons eigen eilandje. Want uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde: dat een dier niet aan zijn lot wordt overgelaten.”
Wat kan een gemeente doen?
Als gemeente kun je het verschil maken voor zwerfdieren. Niet alleen door de opvang te regelen, maar ook door preventief beleid te voeren en partners te ondersteunen. Dit zijn enkele belangrijke stappen:
- Sluit duidelijke contracten met dierenopvangcentra en ambulancediensten. Leg taken, verantwoordelijkheden én vergoedingen vast.
- Zorg voor structurele financiering. Een jaarlijkse bijdrage op basis van reële kosten voorkomt ad-hocoplossingen en tekorten.
- Zet in op preventie, bijvoorbeeld door chipacties, voorlichting en castratieprojecten voor verwilderde katten te ondersteunen.
- Maak afspraken met omliggende gemeenten. Dieren houden zich niet aan gemeentegrenzen. Regionale samenwerking versterkt de hele keten.
- Informeer inwoners. Zorg dat mensen weten wat ze moeten doen als ze een dier vinden – wie ze moeten bellen, waar ze terechtkunnen.
En vergeet niet: als er geen opvang beschikbaar is, ben je als gemeente alsnog verantwoordelijk. Geen contract, betekent niet dat de taak vervalt. Vaak zijn er ook geen andere asielen in de regio beschikbaar óf hebben ze de ruimte om ook dieren uit andere gemeenten op te vangen.
Tot slot: laat geen dier tussen wal en schip vallen
Zwerfdieren zijn niet alleen een kwestie van zorg of betrokkenheid, maar vooral van gedeelde verantwoordelijkheid. Natuurlijk, de wet verplicht gemeenten om op te treden bij gevonden dieren. Maar goede zorg voor zwerfdieren vraagt méér dan het uitvoeren van een wettelijke taak. Het vraagt om samenwerking – met dierenasielen, ambulances, wildopvangcentra en andere lokale organisaties die dagelijks het verschil maken voor dieren zonder thuis.
Dierenhulporganisaties zijn geen opdrachtnemers, maar partners in een maatschappelijke opgave. Door elkaar op te zoeken, samen beleid te maken en wederzijds vertrouwen op te bouwen, ontstaat er een vangnet waarin geen enkel dier tussen wal en schip valt.
Financiële ondersteuning is daarin belangrijk, maar vaak is er meer nodig. Denk aan hulp bij professionalisering, het opstellen van samenwerkingsafspraken of ondersteuning bij complexe opvangvragen. Door als gemeente actief de samenwerking op te zoeken, kun je niet alleen voldoen aan je wettelijke rol, maar vooral ook bijdragen aan structurele oplossingen – voor de dieren én voor de samenleving.
Wij helpen graag
Bij Didor weten we hoe complex het kan zijn om dierenwelzijn op de agenda te zetten – en vooral: om het goed te organiseren. Wij helpen gemeenten met het opstellen van beleid, het sluiten van contracten, het opzetten van regionale samenwerkingen en het stroomlijnen van de communicatie met opvangorganisaties.
We zijn die verbindende schakel tussen gemeente en dierenhulporganisaties. Want wij geloven dat dierenwelzijn niet ophoudt bij de voordeur van het asiel – het begint bij goed bestuur.
Wil je als gemeente echt verschil maken voor dieren in nood? Wij helpen je op weg. Want ook dieren zonder adres verdienen een goede bestemming.